Begraafplaats Begraafplaats

Tot 1829 werd er in de kerk begraven. Op een in het archief aanwezige, plattegrond staan ca. 70 graven aangegeven waaronder een grafkelder in het koor. Jhr. Cornelis Gerard Barchman Wuytiers, een bewoner van Huis te Vliet, lag hierin begraven. De geschiedschrijving vermeldt, dat reeds in 1617 een Ambachtsheer Van Sevenhoven, Covert Willemsz. van Goch, eveneens eigenaar van Huis te Vliet, hierin begraven lag.

In 1937 zijn de rechten op een grafruimte door Jhr. H.C. J. Barchman Wuytiers van Vliet overgedragen aan de kerkelijke gemeente. Bij de restauratie van de kerk in 1950, is de graf-kelder, samen met nog aanwe-zige grafzerken, daterend van omstreeks 1679, verwijderd.
Het begraaf register, van 1756 tot 1804, werd op 12 oktober 1811 afgesloten door de toen-malige doodgraver A. Snoek. Deze was tevens benoemd tot schoolmeester, koster, voorle-zer en zanger. Zoals we zien een actief persoon die in zijn tijd veel voor de kerkelijke gemeenschap betekende. Hij tekende het volgende aan: "Dus zijn van 1756 tot 1804 te Lopi-ker-Capel gestorven 275 men-schen, hieronder waren 125 kinderen blijft dus 150 volwassenen in den tijd van 69 jaren, wanneer men de jaren die uit het oude Dood-boek door deszelfs verval eruit gemist worden, bijrekent zouden er jaarlijks omtrent 6 menschen hier sterven. Deze gecopiëerd naar het oude Dood-boek van Lopiker-Capel".


De kinderen (45% van het aantal sterfgevallen) werden in die periode veelal 's avonds en buiten de kerk begraven. Na het verbod op het begraven in de kerk is in 1829, een begraafplaats aangelegd, welke sindsdien enkele malen werd uitgebreid. In 1827 werd een bezwaarschrift ge-zonden aan Gedeputeer-de Staten van de provin-cie Utrecht, om de vol-gende reden: "Bij de Gemeenteraad van Lo-pik zou een resolutie bestaan dat het kerkhof van de Lopiker-Capelle bij dat van Lopik zou worden getrokken". Het bezwaar richtte zich met name tegen de te verwachten derving van inkomsten. "Vooral ook omdat de Roomschge-zinden zich ook al een eigen begraafplaats hadden verschaft. Bovendien zullen de armen de collecten missen en de onderwijzer zou verlies lijden omdat hij tevens doodgraver is. Het vervoer bedraagt l,5 uur".

In december 1829 werd aan de burgemeester en de gemeenteraad van Jaars-veld geschreven, omdat ook de inwoners van deze plaats niet langer in Lopikerkapel begraven mochten worden. Zij moesten in het vervolg gebruik maken van de begraafplaats in Jaarsveld. Maar in juni van het jaar daarop gaf de Jaarsveldse gemeenteraad, waarschijnlijk als gevolg van het protest uit Lopikerkapel, toestemming om de inwoners van Jaarsvelderka-pel, als vanouds weer in Lopikerkapel te begraven. Uit de afgebeelde acte
valt af te leiden, dat zeker in de begintijd, de begraafplaats werd beheerd door de burgelijke gemeente. Volgens een
plattegrond van de begraafplaats waren er voor de ingang twee rijen graven gereserveerd voor "Roomschgezinden".
Omdat volgens de wet bij elke begraafplaats een lokaal moest worden ingericht voor tijdelijke bewaring van overledenen aan besmettelijke ziekten, werd in 1874 links van de ingang, een lijkenhuis gebouwd. Dit gebouwtje kostte f. 403,-.
Na enkele beperkte uitbreidingen werd in 1963 de begraafplaats aanzienlijk vergroot, waarbij de muur aan de oostzijde van het oude gedeelte, werd ge-sloopt. Na de sloop van het eerste lijkenhuisje werd een aulaatje gebouwd aan de oostzijde van de begraafplaats, maar deze werd met de komst van de Ark weer afgebroken.
In 1986 werd, waarschijnlijk voor de laatste keer, in het kader van het project "Kerkelijk Erf", een maximale oppervlakte aan de begraafplaats toegevoegd.


Op het toegangshek van 1880 (geplaatst door smid C. Hoogendoorn te J aars-veld voor f. 78,-) staat het opschrift: "WIJ WACHTEN U". De betekenis van het opschrift kan op twee manieren worden opgevat: in de eerste plaats kunnen we het "U" lezen met een hoofdletter en hierbij denken aan de te verwachten wederkomst van Christus. In de tweede plaats kan het "u" gelezen worden met een kleine letter en een uitdrukking zijn van het wachten op de nu nog levenden, die dit opschrift lezen.

terug

terug