Beleid begraven en cremeren
Beleid begraven en cremeren
Beleid begraven en cremeren Aanleiding en doel Mensen laten zich steeds vaker cremeren. Ook kan de kerk, soms onverwacht voor een crematie komen te staan. We hebben als kerkenraad ons daarop bezonnen. We hebben daarover een pastorale beleidsnotitie gemaakt. Daarin geven we aan wat het beleid is t.a.v. begraven en cremeren. Immers tot de pastorale taak van de gemeente behoort de zorg voor overledenen en rouwdragenden. Het beleid van de kerkenraad is er op gericht gemeenteleden een christelijke begrafenis te geven. Uitgangspunten
Bij begraven wordt het lichaam teruggegeven aan de aarde waaruit het genomen is. De mens wordt zich hierdoor bewust van zijn eigen nietigheid. De mens is slechts stof. Het lichaam wordt als een graankorrel gezaaid in de aarde. Bij dit beeld dat Paulus gebruikt, sluit aan dat de begraafplaats in de volksmond ook wel 'dodenakker' wordt genoemd. In dit gevoelen ligt de verwachting opgesloten van de opstanding der doden op de jongste dag. In de Bijbel is er op meerdere plaatsen sprake van dat de beenderen voor God van groot belang zijn. Het bewaard blijven van de beenderen is een teken van herstel en het bewaren van het gebeente is een getuigenis van het geloof in de opstanding uit de dood als Jezus Christus wederkomt. Daarmee is niet gezegd dat de beenderen noodzakelijk zijn voor de opstanding van de doden. Beleid
Tenslotte Laten we met elkaar veel zorg besteden aan het hooghouden van de christelijke begrafenis. Want dit is zeker: er gaat van een begrafenis een krachtig getuigenis uit betreffende de opstanding van de doden (1 Kor.15). Laten we elkaar bemoedigen door het uitspreken van de geloofsbelijdenis bij het open graf, waarbij de woorden klinken: "lk geloof in de wederopstanding van het lichaam en een eeuwig leven". Christus is begraven en in navolging van Hem wordt ook ons lichaam begraven, in de vaste en stellige hoop van de opstanding. Als er vragen leven bij gemeenteleden over begraven en cremeren? Neemt u/ neem jij dan contact op met de voorzitter van de kerkenraad of met de predikant. | ||
terug | ||